zondag 29 maart 2009

1. Geen fortuin maar wel een erfenis


[Tekst ter gelegenheid van de tentoonstelling in Turnhout (België) begin 2009]


Het Museum Anonymus is in 2004 opgericht als internetmuseum met de bedoeling schilderijen openbaar te maken die, vanwege een gebrek aan geldelijke waarde, anders voorgoed verloren dreigen te gaan.
Als basis diende een kleine privé-verzameling. Na vijf jaar is de verzameling flink gegroeid mede dankzij bruiklenen van enkele particulieren die het werk zelf natuurlijk konden behouden.

In principe is elk schilderij welkom in de collectie. Het museum is voorkeurloos op het gebied van smaak of stijl. Vrijwel zonder uitzondering gaat het om werken die oninteressant zijn voor kunstverzamelaar of museum vanwege het ontbreken van een signatuur of de onmogelijkheid om de naam van de maker te traceren.
Men zou kunnen beweren dat elk anoniem schilderij -dat niet al te lang geleden is gemaakt - voor de kunstwereld niet meetelt. De enige context die er toe doet is dat ze als ongewenst, afgedankt of geweigerd, verworven zijn ergens onderaan de ladder van de markt; in kringloopwinkel, op rommelmarkt of in een doos van een inboedelveiling onder hetzelfde lotnummer als een halve spiegel en een lege lijst.

Het enige criterium voor het Museum Anonymus om het op te nemen in de collectie, is dat het schilderij blijkt geeft van een liefdevolle vervaardiging bedoeld ter verrijking van het leven van alledag in huiselijke kring. Uiteraard kan hetzelfde gezegd worden van veel museaal bezit maar daar is doorgaans gekozen vanuit kunsthistorische motieven.
Hoe mild en ruimhartig het verwervingsbeleid ook is, na verloop van tijd blijkt de appreciatie voor afgedankte kunst te groeien tot een belevenis die niet onderdoet aan kunstliefde voor klassieke meesters.

Een schilderij, ooit met matige interesse aangeschaft, blijkt toch over een juweel van een karakter te beschikken. Of er een parallel te trekken valt met onze kijk op de medemens of niet; feit is dat een anoniem schilderij zonder waarde een vergelijkbaar gevoel kan oproepen als topstuk van museaal niveau. Misschien werkt de afwezigheid van elk houvast in het voordeel van het naamloze schilderij en is het de vrije blik of mysterie dat de beleving prikkelt, wie weet.

Om te benadrukken dat het in de collectie niet gaat om goed/slecht of mooi/lelijk is er gekozen voor zoeklijst van neutrale zelfstandige naamwoorden als coltrui, aap of melkbus. Woorden waarvan een verbeelding als hoofd - of bijzaak is te zien in een schilderij. Soms verklaren enkele op de achterzijde geschreven woorden iets over een schilderij: ‘Je eerste eigen boot’, een Vlaamse gaai gesignaleerd in achtertuin of blijkt de vrouw met handtas een echtgenote te zijn bij ‘onze trouwe Ford Consul’ in de Apennijnen of lezen we een verwijzing naar het Angelus dat in de verte kleppert als het origineel van Millet. Ook verzamelaars van anonieme kunst zijn gevoelig voor de woorden geschreven op de achterkant van een schilderij. Maar het hoeft niet: zonder is ook mooi. Beter zelfs.

Mark Peeters
Maart 2009