dinsdag 5 juni 2012

405. In ons achterhoofd




‘Hij is er al’ Laatst heb ik iemand op de trein gezet (zo mag je dat zeggen). Na een kort afscheid dacht ik nog even na over de laatste woorden. Niet om het beter te willen weten maar iets om over na te denken: grappig dat we (ik ook) vanuit onszelf denken. Niet wij zijn laat maar de trein is vroeg; dat kan natuurlijk niet en dat weten wij in ons achterhoofd. Nu de volgende stap (hou je vast): eigenlijk is er iets anders aan de hand. Wij weten heus wel dat die trein niet te vroeg is. Stel: de trein gaat regelmatig te vroeg (dat gebeurt nooit) en wij zijn soms te vroeg of soms te laat dan zeggen we niet zo stellig ‘hij is er al’. Wij zijn zowel of te vroeg of te laat maar de trein is dat NOOIT, die kan alleen maar te laat zijn. Misschien is dat wat ons zo fascineert aan de trein. We maken de trein een beetje menselijker met zo’n opmerking. ‘hij is er al’


(illustratie collectie Museum Zondag, Hub Sijstermans  (Klimmen, 1923 - Rothem-Meerssen, 1978) 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten